Laatst vertoefde de piot anderhalve week in de tropen van de Heysel-paleizen.
Het Autosalon is telkens weer een hard bedrijf. Tien dagen lang is er tussen ontwaken en slapen gaan weinig ruimte voor literaire passies. Al snel is duidelijk dat het ontberen van een creatieve uitlaatklep tot fysiek ongemak leidt. Schrijven is een verslaving met zijn eigen ontwenningsverschijnselen. Net op tijd fluistert de kosmos mij in het oor dat het Haiku-schrijven een eerbare behandeling is. Sic mundus velit.
Het concentreren van alle creativiteit en observaties in korte verzen lijkt aanvankelijk eenvoudig. Dat is het niet. Amper de helft van de dichtregels heeft de eerste strenge selectie overleefd. Wat blijft baadt in de grote bevrediging van het woordweven.
In plassen op weg
Schrijft regen natte verzen
Wiel zingt waterlied
Onfeilbaar is dood
Eeuwig in afwezigheid
Onvermijdelijk
Tussen culturen
Jubelen meisjes schoonheid
Klaterend lachen
Ochtendbus bij nacht
Tussen wakker en werken
Intense geuren
Witte winterbloem
Eenzaam verkleumd in vrieskou
Zuchten naar zonlicht
Metropole metro
Knarsend sissend dokkeren
Beloofde aankomst
In witte stilte
Melancholie omfloerst hart
Zacht zuchten zomaar
De verzuchting van Mijn Groote Liefde over deze noviteit blijft nazinderen. “Zolang je er jezelf maar goed bij voelt…”
En of ik er mij goed bij voel…